Vervolg van overzicht diverse Käthe Kruse poppen

Op deze pagina vervolgen we het overzicht van Käthe Kruse poppen. Bekijk hier de eerste overzichtspagina van Käthe Kruse poppen of lees meer over de geschiedenis van deze bijzondere poppenfabrikant.

Käthe Kruse poppen op een rij (IX tot en met XV)

1927 – Doll IX – Das Kleine Deutsche Kind

1930 – Doll X

1930 – Doll XI – Das Schielböckchen

1929 – Doll XII – Das Hampelchen

1929 – Doll XIII – Das Hampelchen

1929 – Doll XIV – Das Hampelchen

1932 – Doll XV – Sternschnuppchen / Sternblümchen

1927 – Doll IX – Das Kleine Deutsche Kind

Doll IX lijkt erg op Doll VIII, maar is in tegenstelling tot nummer acht die 52 centimeter groot is, slechts 35 centimeter groot.

1930 – Doll X

Doll X, voor het eerst verkocht in 1930, is een vernieuwde versie van Doll VII. Het lichaam van het kleine Duitse kind (Doll VIII, 35 centimeter groot) werd aangepast zodat de poppenmakers een kleinere variant van het hoofd van Doll I konden bevestigen. Doll X heeft een zwenkhoofd en een naad achter op het hoofd. Er zijn verschillende varianten van deze pop, waarvan Repelsteeltje het meest zeldzaam is.

1930 – Doll XI – Das Schielböckchen

De meest zeldzame Käthe Kruse poppen zijn van het type XI. Ze waren namelijk niet voor de Duitse markt bestemd en als je ze al ziet dan is het vaak in exportcatalogi van destijds. Er zijn wereldwijd nog maar twee exemplaren van bekend.

Eigenlijk heeft Käthe Kruse in deze pop haar eigen principes ook enigszins laten varen, want deze pop kijkt niet recht naar voren maar opzij! Men beweert dat dit was om een alternatief te bieden voor het destijds in Engeland en Amerika opkomende merk Lenci uit Italië. Een grappige anekdote is dat de naam Schielböckchen een verwijzing is naar de poppen die bij de controle aan het einde van de dag niet goedgekeurd werden omdat de ogen niet recht vooruit (dus scheel) keken.

1929 – Doll XII – XIII – XIV –  Das Hampelchen

Deze pop heeft zijn naam Das Hampelchen te danken aan een nieuwe manier om het lichaam te fabriceren waardoor de pop kan zitten. Door de wankele benen van de pop heeft deze de naam Hampelchen gekregen.

Käthe Kruse poppen van dit type hebben drie naden achter op hun hoofd. Aan de voorkant van het lijf bevindt zich een verdikking, en de armen zijn losjes aan het lijf genaaid. De benen worden met behulp van een wig aangebracht, waardoor de pop kan zitten.

Poppen van dit type hebben hetzelfde hoofd als poppen van het type I. Later kwam er ook een versie met het lijf van Doll I. Hampelchen is op zich al zeldzaam, maar het meest zeldzaam is de versie met geschilderd haar.

1932 – Doll XV – Sternschnuppchen / Sternblümchen

In 1932 ontwierp Käthe Kruse deze zachte pop voor de allerkleinsten. De gezichtsuitdrukking van Doll I werd gebruikt en het model hoofd van Hampelchen (Zie vorige types). Het hoofd is vastgenaaid aan het kleurige tricot. In de periode voor Kerst werd deze pop verkocht met vleugeltjes en een gouden ster op het hoofd, deze versie wordt Sternschnuppchen genoemd.